1Een lied Hammaäloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE!
2Heere! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
3Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; Heere! wie zal bestaan?
4Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
5Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.
6Mijn ziel wacht op den Heere, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.
7Israël hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.
8En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.